Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Och, HEERE! [26]zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, [27]een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt [28]mijn banden [29]losgemaakt. 26. Alsof hij zeide: Dewijl ik U zo getrouwelijk dien, zo wil toch steeds doen blijken dat mijn leven kostelijk is in uwe ogen. 27. Zie hfdst.86 vs.16. 28. Toen ik van Saul omring en genoegzaam besloten was in zijne handen en als gevangen. 29. Doordien Gij Saul deedt terugkeren, doordien hem de Filistijnen in het land gevallen waren; 1 Sam.23:27.